Dit jaar weer een werk gemaakt voor de wandelroute , en wel in de nis op zijgevel van het Koetshuis.
In eerste instantie leek het wel te doen met een standaard plaat maar daar heb ik mij op verkeken.Uiteindelijk bleek de nis 1,8 meter breed en 3,4 meter hoog. Grote afmeting is probleem: materialen zijn er niet in die afmeting , transport in die afmeting is lastig enzovoorts. Dus uiteindelijk moet je het dan in delen maken en deze ter plaatse samenvoegen. Hierdoor verdubbeld de hoeveelheid werk. Gelukkig voldoen hulp om de fysieke problemen te over winnen.
Uitganspunt is dat isk mij wilde laten inspireren door de vormen van het Koetshuis. Via raamvormen,steenvormen,deurbogen, vertandingen, halve cirkels en getraptescheuren in metselwerk ben ik uiteidelijk beland bij het dubbele gevoel dat de staat van verval teweegbrengt: enerzijds het gevoel van lammer,dit mag niet gebueren, redden wat er te redden is, wetende dat het een hopeloze zaak is… Anderzijds is het de natuurlijke gang der dingen dat al het menselijke en levende een begin en een einde kent : de kenmerken van leven bij uitstek…maar ook dat met het verdwijnen van het een er plaatst komt voor het ander, en dankzij het vergaan van velen voor mij is er nu een plek voor, voor even dan…
Het resultaat bevalt me wel.